99 Namen

Advent 2021: Afl. 14.

"Omdat ons hart één groot afgodenfabriekje is, halen we zekerheid uit ons huis, ons werk, ons pensioen en onze relaties. En God doen we er nog een beetje bij voor straks, als we sterven", zegt spreker Arie de Rover vandaag.” – citaat uit de CIP-Nieuwsbrief december 2021.

Waw, zware kost. Is òns hart één groot afgodenfabriekje? Mijn hart, uw hart? Ik hoop van niet, al is dat potentieel natuurlijk wèl mogelijk. Maar je kan ook andere dingen dan afgoden in je hart timmeren natuurlijk. Daar kies je zelf voor. Mooie dingen. Dienende dingen. Beloftevolle dingen. Kerstdingen!

En waar is ùw fabriekje tegenwoordig zoal mee bezig? Met dingen van Kerstmis? Of van Advent? Advent: traditioneel vaak vergeleken met een reis. Met een pad dat we volgen op weg naar een specifiek einddoel: het slaperige dorpje Bethlehem.

En onderweg: de plattegrond erheen volgend, misschien wat zoekend en aftastend, het heuvelachtig landschap rondom bewonderend, de hindernissen onderweg inschattend en dan passerend in de hoop dat niemand ons onderweg overhoop rijdt.  

Dat is niet veel anders dan gewoonlijk blijkbaar. Klinkt als het normale leven dat we alle dagen leiden. Als iets dat we kennen en haast blindelings zouden moeten kunnen doen.

Maar wacht even! Advent is niet ònze reis! Wij zijn hier niet degene om wie het gaat. Advent is niet de reis die wij aan het maken zijn, waarvoor wij de route moeten uitstippelen!

Neen, advent is de reis die GOD maakt. Het is helemaal niet ònze trip! Advent is de tijd dat wij ons voorbereiden voor Gods reis in ons. De tijd dat we onszelf gereed maken om God te ontvangen. De God, Die tegen alle logica in en alleen maar om ons te redden die reis naar ons toe maakt. 
 
En het is een lange reis geweest. God is eeuwenlang bezig geweest met de voorbereiding ervan. Tenminste als tijd zou bestaan bij God. Lang en kort voor Baby Jezus geboren werd, had God al profeten zoals Maliachi en Daniël, Mozes en Johannes de Doper uitgestuurd om het pad voor Hem te plaveien, om Zijn komst aan te kondigen. En daarnaast had Hij een vrouw en een man uitgekozen die die Baby een thuis moesten geven waarin Hij kon opgroeien en voorbereid worden op de volwassenheid waarin Hij Zijn taak kon uitvoeren.

Die taak was gewoon de identificatie van de Persoon met de taak zelf. Jezus wàs wat Hij deed. Het feit dat er niet minder dan 99 namen voor Jezus voorkomen in de Bijbel illustreert dat al. Laat er ons enkele uitlichten:

- “Amen”:
‘Schrijf aan de engel van de gemeente in Laodicea: “Dit zegt Amen, de trouwe en betrouwbare getuige, het begin van Gods schepping:’ (Openbaring 3:14).
 Amen betekent ‘Het is waar en zeker’ en ‘Het zij zo’.
​ - “Begin en het Einde”:
​ ‘Ik ben de alfa en de omega, de eerste en de laatste, het begin en het einde.’ (Openbaring 22:13) of elders:
​ ‘‘Ik ben de alfa en de omega,’ zegt God, de Heer, ‘ik ben het die is, die was en die komt, de Almachtige.’’ (Openbaring 1:8) of nog:
​ ‘Toen ik hem zag viel ik als dood voor zijn voeten neer. Maar hij legde zijn rechterhand op me en zei: ‘Wees niet bang. Ik ben de eerste en de laatste.’ (Openbaring 1:17) Ook nog bijvoorbeeld Op 1, 17/ 2, 8/ 22, 1.
 God is het begin en het einde van alles wat bestaat, de oorsprong en het doel van de schepping. De Bijbel begint met de oorspronkelijke schepping van hemel en aarde en eindigt met de laatste schepping waarin Hij alle dingen nieuw maakt (Openbaring 21). Alfa en Omega zijn de eerste en de laatste letter van het Griekse alfabet. Jezus is het begin en het einde.
“Bron van eeuwige redding”:
‘En toen hij naar de uiteindelijke volmaaktheid gevoerd was, werd hij voor allen die hem gehoorzamen een bron van eeuwige redding,’ (Hebreeën 5:9)
En nog ééntje: “Enige Zoon van God”
‘Niemand heeft ooit God gezien, maar de enige Zoon, die zelf God is, die aan het hart van de Vader rust, heeft hem doen kennen.’ (Johannes 1:18) en
‘En hierin is Gods liefde ons geopenbaard: God heeft zijn enige Zoon in de wereld gezonden, opdat we door hem zouden leven’. (1 Johannes 4:9)
 Jezus is Gods enige zoon. Wij kunnen ook Gods kinderen worden, maar Jezus is Zijn enige natuurlijke zoon. Alleen Hij deelt volledig in Zijn natuur, alleen Hij is ook volledig God.
Om zelf verder eens op te zoeken en na te lezen licht nog enkele uit de lijst van negenenennegentig: Jezus is:
• God (Johannes 1:1),
• De Goede Herder (Joh 10),
• De Grote Hogepriester (Hebreeën 2: 17/ 4:14),
• De Heerser over de vorsten der aarde (Openbaring 1:5),
• De Ik Ben ( (Johannes 8:58/ Filippenzen 2:6-11),
• Het Lam van God (Johannes 1:36/ 1 Korintiërs 5:7),
• Onze Bescherming (2 Tessalonicenzen 3:3),
• Onze Rots(1 Korintiërs 10:4),
• De Voltooier en Grondlegger van ons geloof (Hebreeën 12:2), en natuurlijk
• Yeshua (Matteüs 1:21).

Dit waren dus enkele van de namen die ons iets leren over wie die Jezus Die daar in Bethlehm werd geboren eigenlijk is. Wie Hij niet is? Wel, het is misschien goed om daar ook eens even bij stil te staan. Tenslotte is het geen slechte zaak als we de leugens die we in het verleden (en zelfs misschien tot nu toe) voor waarheid aannamen te doorprikken en ze zo kwijt te geraken. Onderstaand vers kan ons daarbij helpen:

Is Jezus tekort geschoten toen je over je lantaarn wreef?
Dan is Jezus misschien geen geest, geen spook!

Is Hij erin tekort geschoten om je vijanden te straffen?
Dan is Jezus misschien geen politieagent of jurist!

Is Jezus er niet in geslaagd alles in je leven vanzelf te laten lukken?
Dan is Jezus misschien geen mecanicien!

Enzoverder enzovoort. Maar toch nog één ding: realiseer je dat elke ontgoocheling ons dieper en dieper trekt in Wie Jezus wèl is. Wat Hij wèl doet. Daar waar Hij op het ogenblik dat jij dit leest voor ons pleit en zorgt.

Karel Buntinx