Ons hart voorbereiden en verzachten

Vastenoverweging 8 – donderdag 10 maart 2022

Laat ons vandaag beginnen met een paar woorden van de orthodoxe dominee Alexander Schmemann over vasten: "Het doel van de veertigdagentijd is niet om ons een paar formele verplichtingen op te dringen, maar om ons hart te 'verzachten' zodat het zich kan openen voor de realiteit van de Heilige Geest, voor onze verborgen 'dorst en honger' naar gemeenschap met God.”
We vergeten het soms, maar Jezus bood zijn publiek uit de eerste eeuw een lering aan die hartverscheurend moet zijn geweest: "Als iemand na mij wil komen, moet hij zichzelf verloochenen en dagelijks zijn kruis opnemen en mij volgen." – Luk 9, 22-25. Zijn toehoorders wisten wel degelijk wat het kruis betekende, beter dan wij denk ik soms. De kruisdood was een dood in totale doodsangst, naaktheid en vernedering. Jezus’ generatiegenoten dachten niet automatisch aan het kruis in religieuze termen, zoals wij dat doen.

Zij kenden het in al zijn vreselijke hardheid en kracht. Ze kenden het als de verschrikkelijke slavendood die het was. En dan zegt Jezus; “Tenzij je je ego kruisigt, kun je mijn volgeling niet zijn”. Deze beweging – deze verschrikkelijke beweging – moet volgens Jezus de basis zijn van het spirituele leven. Het is ons ego dat ons zo hard maakt, dat ons leven zo hard maakt, dat onze ervaringen in dat harde licht van onze ikzucht centreert. En Jezus zegt: kruisig dat ego, kruisig je ikzucht, en je zult Mijn volgeling worden. Mijn volgeling, zoals ik Mijn volgelingen wil hebben. Mijn volgeling die niet langer in de hardheid van zijn ego leeft, maar in de zachtheid van Mijn liefde.

Een obsessie met ‘meer’.
Dat ego, dat ‘Zelf’ van een mens kan veel, denken we, maar wat we òòk denken, neen wéten, is dat het zichzelf uiteindelijk niet kan bevredigen, hoe vaak het misschien ook feestviert in ons leven. En de veertigdagentijd is een leraar in een tijdperk dat geobsedeerd is door zichtbare, meetbare, beheersbare en tweetbare ikzuchtige maatnames van: “meer en meer en meer en…’. Waarom? Omdat ze ons uitnodigt om met Jezus en Zijn discipelen ook te aanvaarden dat we door donkere seizoenen zullen wandelen, doorheen situaties die we liever vermijden: zoals verdriet, conflict, onbegrip, verraad, beperking, afwijzing of pijn. Het is deze moeilijke weg die naar Pasen leidt, een moeilijke weg die je hand in hand met God en met elkaar, kan afleggen. Maar ze leidt gegarandeerd naar de viering van onze verlossing als de onvoorstelbare bevredigende vrucht van Jezus' opstanding.

Een doordachte vastenreis confronteert onze moderne obsessie rechtstreeks met dat ‘meer en meer en…’ en introduceert ons doorheen onverwachte ont-moetingen, vriendschappen en andere ontdekkingen met de geestelijke, spiritueel vormende haltes in ons leven die ons voorbereiden op een definitief samenleven met onze Heer.

In Jezus' reis naar het kruis werden de illusies van de discipelen over wat Jezus met Zijn macht kon - en volgens hen zou moeten - doen, verbrijzeld door de realiteit van wat Jezus er concreet ermee deed. Zij hoopten dat Hij een greep naar de macht zou doen, ze verwachten dat zelfs, maar dat gebeurde niet. Hij was rechtlijnig, Zijn ja was ja, en Zijn neen was neen, om het even wie tegenover Hem stond: van een Samaritaanse vrouw tot een elitaire farizeëer. En de eigen illusies van de discipelen over wat toewijding-tot-de-dood eigenlijk betekende, werden gewoon verbrijzeld door de realiteit van wat dat betekende in de confrontatie met de bedreigingen die hun Heer tegenkwam, met hun eigen door angst geïnspireerde pogingen tot zelfbescherming waar ze zo naar snakten.

Nadenken over Jezus' lijden en de desillusies van de discipelen die ik hierboven aanhaal, creëert een kader waarbinnen we ons eigen verlies van illusies en het verkrijgen van ruwe realiteiten geestelijk, in ons hart, kunnen leren verwerken. Helpt ons om de loeiharde opvattingen over mensen en gebeurtenissen die we nog in ons hart bewaren af te toetsen aan Jezus’ manier van omgaan met die opgeslagen herinneringen. En dat onderzoek, die confrontatie, is van cruciaal belang, want het is daar, in dié realiteit waarbinnen we God steeds opnieuw ontmoeten: in de confrontatie en in de strijd met onze zwakheden en ons voortdurend falen.

EEN VASTEN-ELEMENT VAN VANDAAG: SPIJT

Het beginnen aan iets nieuws kan zowel energiek als stressvol zijn. Nieuw is inspirerend. Nieuw is verhelderend. En nieuw is, vreemd genoeg, een herinnering aan wat nu oud is. Het kan geblokkeerd worden door herinneringen aan vroegere gebeurtenissen of ontmoetingen, maar het kan ook gestalkt worden door herinneringen aan de muffe eindes zoals we er al zoveel in ons leven tegenkwamen. Eindes die geen einde waren. Eindes die ons in ons hart opgeslagen zijn als zwarte pagina’s waar we de inhoud nog amper van weten. Zo’n muffe eindes kunnen het al ziekelijke karakter van ons hart verder verrotten, ze kunnen onze krachten stelen, en wel door het funeste karakterelement dat heet: spijt. Spijt van daden, gebeurtenissen, maar ook dingen die we nagelaten hebben, niet gedaan hebben. Spijt ledigt ons hart van verwachtingen, drukt dromen plat en verstikt de hoop, omdat spijt een vorm van zelfbestraffing is. Terwijl dat oude, die vroegere gedachtenpatronen en gewoontes, ik bedoel die muffe eindes die ik hierboven vermeldde, ons objectief gezien net zouden kunnen helpen om iets positiefs te leren van dat verleden, slaat die spijt ons buiten bewustzijn met datzelfde oude verleden. Maakt het ons bang, weerloos, onwetend over goed en kwaad. Beheerst het nog ons denken en onze gewoontes. Een voorbeeldje: het verslagje van hoe Jezus de hongerige volgelingen te eten gaf, kan je lezen zoals de feiten verteld worden, of je kan je ook gaan afvragen hoe dat vandaag zou overkomen als bange mensen in de massa zich ongerust maken en Hem zouden overstelpen met vragen en kreten als:
- Ik kan niet van die vissen eten want ik ben veganist!
- zijn die vissen eigenlijk wel gecontroleerd op PCB’s, pesticides en antibiotica?
- is dat brood gluten-vrij,… 
Dat is het soort muffe redeneringen dat ik bedoel. Ja, ik weet het, dit is een beetje een dwaas voorbeeld, maar het illustreert ook hoe dwaas wij kunnen worden als we wereldse gedachten vermengen met geestelijke onderwijzingen en ziekelijke schuldgevoelens opbouwen die ons beladen met spijt- en soortgelijke gevoelens die totaal niet nodig zijn, maar ons wel terneerdrukken.
Dus afsluitend voor vandaag: waak over je hart, bereid je hart voor op gods steeds diepen binnendringende genade, polijst de ruwe ervaringen ervan af zodat het zacht, toegankelijk wordt voor Gods tederheid.

En misschien kunnen we eens proberen om gedurende één dag (of ga misschien meteen voor alle overblijvende dagen van de veertig vastendagen waarmee je begon), proberen geen spijt te hebben over wat voorbij is. Of àls er iets op je hart is waarover je spijt hebt omdat je het nog moet goedmaken met iemand: om dat dan ook te doèn, nu! Pot het niet langer op. Geef het niet langer ruimte. Laat het los: Gods barmhartigheden zijn "elke morgen nieuw" (Klaagliederen 3:23). En mediteer vandaag (en de volgende dagen?) over Jezus' glorieuze belofte uit Openbaring 21:5: "Ik maak alles nieuw!"