Geschapen schepseltje

Vastenoverweging 20 – donderdag 24 maart 2022

Deze morgen – en ja, het was tijdens een moment dat ik aan het bidden was – kwam er een gedachte bij me op. Niet origineel, ik weet het. En ook geen nieuwe gedachte, maar toch sprak het onderwerp me opnieuw aan. Als ik – wij – geschapen zijn door God, naar Zijn evenbeeld, hoe of wat ben ik dan in mijn relatie met Hem? En ik dacht aan het Bijbelse beeld van de Pottenbakker die ons mensen maakt, ons een vorm geeft, kneedt. Maar neen, we zijn niet zomaar door Hem geknede potten. We zijn levend (wat dat ook moge betekenen) en kunnen ons ook zelf ‘vormen’, om het even welke verschrikkelijke vormen we dan ook kunnen aannemen, zie de oorlogsstokers in Oekraïne en Noord-Afrika, de kindermoordenaars her en der, de…


Toen dacht ik: misschien zijn wij wel poppen die Hij gemaakt heeft naar Zijn beeld en gelijkenis. Maar ook dat was geen bevredigend antwoord voor mij. Ook poppen doen alleen maar wat de Poppenmeester ermee wil doen: aan kindjes geven om mee te spelen, een poppenkast ermee opstarten, gebruiken om kleding mee te showen in een etalage… Neen, daar voelde ik me ook niet goed bij.


Toen dacht ik: “Bekijk uzelf eens. Gij (ikke dus) als beeld van God. Ge kunt eigenlijk niets in verhouding tot uw Maker”. En dat is zo.
• Hij is slim en ik niet (al kan ik nadenken).
• Hij kan universums scheppen en ik niet (Ja, een minuscuul eigen omgevinkje).
• Hij weet alles, zelfs het verleden en de toekomst en ik niet (ja, met veel geluk kan ik een uurtje of zo vooruit in de toekomst kijken en als ik het niet vergeten ben herinner ik me ook iets uit het verleden).
• Hij is vol met liefde en ik niet (ja, soms een momentje, voor een geselecteerd publiek, in een bijzondere omstandigheid)
• …
Maar als ik dat op een rijtje zet, waar herken ik daar iets van? En toen viel mijn Euro. En ik zag plots de kleine kinderen van David en Veerle, mijn jongste zoon:
• Op en over hem heen kruipen om maar zo dicht mogelijk bij hem te zijn,
• Ruzie maken en elkaar uitdagen om door hem tot de orde te worden geroepen,
• Aandachtig luisteren om te horen wat hij aan mij of anderen vertelt om zelf proberen te begrijpen wat we tegen mekaar zeggen,
• Voor elkaar opkomen als de ene zich wat pijn gedaan heeft en begint te wenen zoals ze dat hun ouders hebben zien doen,
• In de tuin gaan helpen met hun kinderschupje zoals hun papa dat met zijn grote spade doet,
• …
En ik dacht: dat is het! Zo zijn wij een afspiegeling van God: spartelend als een kleine baby of jong kleutertje,
• De een al wat fanatieker wroetelend en wenend dan de ander,
• De een al wat braver (of juist niet) dan de ander,
• De ene al wat meer zoekend naar wat de wereld van hun ouders te bieden heeft dan de ander,
• De een al wat aanhankelijker dan de ander,
• …
En ‘top of the bill’ is dan de vraag: als wij zo’n kleine baby-afspiegeling zijn van onze Schepper, en we gaan dat beseffen, wat gaan we daar dan mee doen? Wetend dat Hij volmaakt is. Wetend dat Hij zelfs uit Zijn allesovertreffende Wezen is willen een baby-wezentje worden zoals wij zijn,
• om ons te helpen,
• te troosten,
• te bemoedigen,
• de juiste weg te wijzen,
• alle stommiteiten die wij hebben gedaan of nog doen te herstellen,
• te leren hoe wij met Hem zouden moeten omgaan nu Hij terug thuis is bij Zijn Vader (door bijvoorbeeld te bidden en te vasten) opdat
◦ onze ogen wat verder zouden mogen opengaan om Hem iets beter te leren kennen,
◦ Zijn voorbeeld te volgen,
◦ de weg naar Hem toe af te leggen zonder stommiteiten te doen/stukken te maken onderweg,
◦ …

Oké, dat waren mijn gedachten. Onvolmaakt natuurlijk, en minder uitgewerkt dan jij dat nu ongetwijfeld verder gaat doen. Maar toch, nadenken over God en onze relatie met Hem: is dat niet ook een onmisbaar onderdeel van ons bidden en vasten tijdens deze veertigdagen-vasten?