Kort en strikt persoonlijk

Een beoordeling van vasten in monotheïstische religies
Vastenoverweging 31 – woensdag 6 april 2022

Ramadan
Laat me beginnen met de wijze waarop de vasten wordt beleefd tijdens de Islamitische ramadan. Als christenen kunnen we wel iets leren van de ramadanpraktijk: niet alleen van de vrijgevigheid die ze beoefenen, maar ook van de onthouding, de dankbaarheid en hun samenhorigheid in gebed. De moslims zijn op zijn minst gepassioneerd over hun religie. De ramadan gaat helemaal over vasten van eten, drinken, seks, enz.
 Voor ons als christenen klopt deze benadering natuurlijk niet helemaal, of eerder: helemaal niet. Voor ons is de vastentijd eerder een meditatie over de offers, kruisiging, opstanding en goddelijkheid van Jezus Christus waarbij het ‘zich onthouden van’ ondersteunend werkt.
Het 30-daagse vasten is verplicht voor alle moslims.


 Dit staat nergens in het Nieuwe Testament. Wat betreft de oudtestamentische teksten: zie Joodse Vasten.
De Islamitische gelovigen wordt opgedragen om aalmoezen te geven aan de armen en ze worden eraan herinnerd dat iedereen, rijk of arm, gelijk is in de ogen van Allah.
 Mooie les voor ons, alleen dat ene woordje “opgedragen” is er teveel aan. Van ons christenen wordt inderdaad ook verwàcht dat we de armen helpen, maar niet wettisch. Het is een innerlijke ingesteldheid waarvan Gods H. Geest onze inspirator is.
De ramadan eindigt in het Eid al-Fitr-festival, wanneer de Ulama (de Islamitische geleerden) zeggen dat degenen die de lijdensweg van het vasten hebben overleefd, worden vergeleken met ‘pasgeboren baby's zonder zonde’.
 Dit is natuurlijk niet hetgeen Jezus ons is komen vertellen. Zijn Boodschap was dat de enige weg om ‘zonder zonde’ te zijn de weg van het offer van Jezus is, Zijn schuldenbetaling voor onze zonden, Zijn verzoeningsoffer op het kruis van Golgotha. “Ik heb u er immers op gewezen dat een mens door geloof wordt vrijgesproken, en niet door de wet na te leven” schrijft Paulus aan de Romeinen in hoofdstuk 3, 18.
We kunnen er ook moeilijk omheen dat de Islamitische ramadan ook als excuus wordt gebruikt om heel wat gewelddadige uitspattingen te laten plaatsvinden en goed te praten. Tijdens Ashura of de tiende dag van Muharram, de maand van rouw, bijvoorbeeld houden sjiitische moslims een processie waarbij ze zichzelf slaan met een zweep vastgebonden met kettingen en kleine messen; sommigen snijden zelfs de huid op hun voorhoofd en rug. Deze praktijk herdenkt het martelaarschap van Mohammeds kleinzoon, Imam Hussein, die stierf in de Slag bij Kerbala. Maar ook andere, meer politieke criminele feiten worden binnen de ramadan gekaderd en goedgepraat. In Israël bijvoorbeeld is deze periode voor de Palestijnen een systematische aanleiding om terroristische aanslagen te plegen. Het beoefenen van ramadan wordt dan een jihad-strijd: met veel dodelijk geweld tegen een samenleving die hen niet bevalt. De meeste Ulama interpreteren de term Jihad niet als een oproep tot geweld, maar als een innerlijke strijd in het zoeken naar Allah.
 Dit geweld kan natuurlijk niet goedgepraat worden.

Jom Kippoer
Het Joodse Jom Kippoer – ook wel de Grote Verzoendag genoemd - vond vorig jaar plaats op 14/15 september. Het vasten en bidden naar aanleiding van dit voor de Joden ontzagwekkende feest gebeurde volgens de voorschriften die je vindt in Leviticus 16. De eraan voorafgaande tien dagen tussen de Joodse Nieuwjaarsdag en de Grote Verzoendag noemt men “De Ontzagwekkende Dagen”.
Ook hier is er wederzijds een groot gebrek aan kennis van wat vasten bete-kent tussen Joden en christenen. De vrouw van de schilder Marc Chagall bijvoorbeeld schrijft in een boekje over haar herinnering aan de Joodse feesten zoals ze die in haar jeugd meemaakte: ‘De christenen hebben helemaal geen vrees voor God. Ze lachen zelfs op Jom Kippoer.’ Uit dat zinnetje blijkt zowel de grote betekenis van die dag voor haar, alsook de onkunde erover bij christenen. Wie de liturgie van Grote Verzoendag bestudeert komt onder de indruk van de gebeden, die gezegd worden. De schuldbelijdenis en het gebed om Gods erbarmen zetten een zware stempel op deze dag. Men staat op de drempel van een nieuw jaar, maar er is alleen toegang tot dat jaar wanneer God genadig is. Op vele christenen maakt deze dag toch indruk. De protestantse theoloog Rudolf Otto is vooral bekend geworden door zijn pleidooi om er weer ernst mee te maken dat God de ‘Gans Andere’ is, die wij als mensen alleen kunnen naderen in vreze en beven. Het is inderdaad nodig dat te zeggen, want de mens meent zichzelf groot te moeten maken op kosten van God.
De Grote Verzoendag is door God in het OT oorspronkelijk gegeven om Zijn heiligdom te reinigen. Dat was toen in een heel bepaalde situatie, maar uit het feit dat deze dag werd ingesteld als ‘jaarlijks weerkerend’ blijkt wel, dat reiniging van het heiligdom van de HERE nodig blijft. De Grote Verzoendag legt de zwakke plek in de eredienst van de tempel bloot! Met name dat de Grote Verzoendag in het Oude Testament die dag is dat de tent der samenkomst en de tempel gereinigd worden door het ritueel van deze unieke dag. Dat betekent dat de hele offerdienst van Israël op dat moment zou moeten ophouden - stukgelopen op het harde gegeven dat zelfs in het hart van de eredienst het heidendom kan binnendringen
 Wanneer we nu gaan kijken naar de plaats van de Grote Verzoendag vanuit het Nieuwe Testament, valt om te beginnen op dat er daar eigenlijk nergens gesproken wordt over een viering ervan, noch over een ritueel dat moet nageleefd worden. In de Brief aan de Hebreeën worden wel het lijden en sterven, en de opstanding en hemelvaart van Christus getekend als vervulling van het oudtestamentische ritueel van De Grote Verzoendag. Op een indringende wijze tekent de schrijver van deze brief hoe de dood van de Here Jezus Christus ‘buiten de legerplaats’ eens en voorgoed de toegang tot de troon der genade heeft vrijgelegd. Christus is niet binnengegaan met het bloed van stieren en bokken, en Zijn offer hoeft ook niet - zoals in de tempel - ieder jaar herhaald te worden. In Zijn lijden en sterven heeft de vraag van het Oude Testament om ‘een Hogepriester die niet eerst voor de door hemzelf begane zonden verzoening moet aanbrengen,’ het definitieve antwoord gekregen. Daarom heeft men Christus’ offer aan het kruis wel getypeerd als ‘de Grote Verzoendag van het Nieuwe Testament’. Het gaat daarbij - zo zegt men in het jodendom en zo zag de schrijver van de Brief aan de Hebreeën het ook - om een instelling van de HERE God, waar niet van afgeweken kan worden, tenzij er een tijd, plaats en mens zouden zijn, die deze heiligheid van Grote Verzoendag zouden overstijgen. Een dergelijke ‘verandering van wet’ kan dus alleen door God Zelf bewerkstelligd worden, en wel als er een ‘verandering van priesterschap’ zou optreden (Hebr. 7:12). Die verandering van wet heeft - zo betoogt de Brief aan de Hebreeën - plaatsgevonden in de kruisdood, de opstanding en hemelvaart van Christus. Met andere woorden, zoals Mattheüs in hoofdstuk 6 laat zien schaft Christus de Grote Verzoendag niet af, maar brengt die tot zijn doel, en zeker waar het gaat over bidden, vasten en het geven van aalmoezen of het doen van gerechtigheid, precies die elementen die genoemd worden en die kenmerkend zijn voor de (voorbereiding op) Grote Verzoendag.
Maar hèt grote probleem is natuurlijk dat in de Joodse vastenperiodes, ook in die van de Grote Verzoendag, het Lam van God dat de zonden wegneemt ten enenmale ontbreekt (Johannes 1, 29).

Het christelijke vasten en het Nieuwe Testament
Wij vleien onszelf met te zeggen dat wij christenen ons vasten wèl een Nieuwtestamentische invulling geven. Maar ook bij ons zijn er wel wat opmerkingen te maken. Inderdaad, de oorspronkelijke christelijke vasten is een afspiegeling van Bijbelse principes. Maar zoals zoveel elementen uit het NT heeft ook het vasten door de eeuwen (decennia) heen misvormingen ondergaan. Tradities, folklore-verbuigingen, menselijke betweterij… hebben ook onze vasten besmet. Soms zelfs zeer verregaand. Ik geef maar één voorbeeld.
 In de Filippijnen is de viering van de vastentijd niet compleet zonder de kruisigings- en zelfkastijdingsrituelen. Net zoals dat voorkomt bij de sjiitische moslims die parallelle ritussen uitvoeren. En het blijft niet beperkt tot de Filippijnen. Hieronder zie je een foto waarop je ziet hoe ook Europeanen zichzelf onderwerpen aan (in de bijbel niet gevraagde) lijdensrituelen.

Costaleros dragen, op hun knieën kruipend, een plaat met daarop een beeltenis van Christus in processie doorheen Madrid.

Neen, onze vastentijd is niet een onderbreking van het hedonisme zoals het vaak zo mooi voorgesteld wordt. Er is meer. Dit vasten gaat niet over cognitieve vroomheid, maar zoekt transformatie, verandering. En niet voor één seizoen, maar een leven lang, om ons meer bewust te worden van onze wanhopige behoefte aan God en dat dàt bewustzijn overvloeit naar een bewustwording voor het lijden van de gemarginaliseerden in onze buurten is daarvan het gevolg. Des te opmerkelijker is dus het belang van de intentie van onze vasten. Die intentie die vaak verworden is tot rituelen die alleen als een soort wettische plicht worden uitgevoerd, maar zo het punt waar het om gaat volledig missen.