In lijden en moeiten

Vastenoverweging 32 – donderdag 7 april

Vasten en bidden… we naderen de zogenaamde Goede Week. Anderen noemen het de Lijdensweek. Om het even. Ook onze overdenkingen naderen steeds meer het moment dat het lijden van onze Heer onze gedachten zal vervullen. Het lijden van onze Heer, het ultieme goede dat Hij voor ons gedaan heeft. Daar, aan dat pijn-volle kruis.
De auteur John Stott schreef, “Ik zou nooit in God kunnen geloven, ware het niet voor het kruis... Hoe kan iemand in de echte wereld van pijn een God aanbidden die daar immuun voor was? Ik ben vele boeddhistische tempels in verschillende Aziatische landen binnengegaan en stond respectvol voor het standbeeld van Boeddha, zijn benen gekruist, armen gevouwen, ogen gesloten, de geest van een glimlach die rond zijn mond speelde, een verre blik op zijn gezicht, los van de kwellingen van de wereld. Maar na een tijdje heb ik me elke keer moeten afwenden.

En in mijn verbeelding heb ik me in plaats daarvan gewend tot die eenzame, verwrongen, gekwelde figuur aan het kruis, nagels door handen en voeten, rug gescheurd, ledematen gewrongen, wenkbrauwen bloedend van doornprikken, mond droog en ondraaglijk dorstig, ondergedompeld in godverlaten duisternis. Dat is de God voor mij! Hij zette zijn ongevoeligheid voor pijn opzij. Hij voèlde de pijn. Hij betrad onze wereld van vlees en bloed, tranen en dood. Hij leed voor ons!”
Ons lijden kunnen we beter plaatsen in het licht van Zijn lijden. Er staat nog steeds een vraagteken boven ons menselijk lijden, maar nog ver dààrboven staat een ander merkteken, het kruis dat het goddelijke lijden symboliseert. Hoe kunnen wij dat zijn plaats geven in ons leven? Wel:
“Ik sta op voor het aanbreken van de morgen en roep om hulp; Ik hoop in Uw woord. Mijn ogen zijn wakker door de nachtwachten, opdat ik op Uw woord mag mediteren.”
Dit staat in Psalm 119, verzen 147-148. Met andere woorden, de manier om aan lijden als dekmantel, als vluchtweg, te leren te ontsnappen, is er een fontein van te maken. Zorg ervoor dat we er meer voor bidden dan we erover klagen, prediken of wenen en we zullen onszelf er nooit door zien gekraakt of verslonden worden. Blijf langer bij God op uw geheime ontmoetingsplaats dan bij de mensen op de openbare plaats en de fontein van wijsheid en kracht zal nooit opdrogen. Houd uw hart open voor de instromende Geest en we zullen niet uitgeput raken door de uitstroom. Cultiveer de kennis van God meer dan de vriendschap van mensen en we zullen altijd overvloed aan brood hebben om aan de hongerigen te geven.
Onze eerste verantwoordelijkheid ligt niet bij het publiek, maar bij God en bij onze eigen ziel. Onze eerste verantwoordelijkheid, ook in tijden van lijden, ligt bij het bij God brengen van alles wat ons gebeurt. En dan kan o.a. Psalm 145, 14-16 tot ons gaan spreken:
“Een steun is de HEER voor wie is gevallen,
wie gebukt gaat richt Hij op.
Allen zien hoopvol naar U uit,
U geeft voedsel, op de juiste tijd.
Gul is uw hand geopend,
U vervult het verlangen van alles wat leeft”

God ontmoeten in gebed (en vasten) is als adem voor de ziel; adem die onze ziel vult en ervoor zorgt dat we inwendig (ons leven met onze Heer) en uitwendig (ons aardse leven) volledig in evenwicht komen. Hoe meer we van God weten, hoe meer we ons zullen realiseren dat wanneer Hij ons toestaat om door diepe en donkere wateren te gaan, dit niet is omdat Hij niet in staat is, machteloos is, om ons te verlossen, maar omdat er in dat proces een weldadig en eeuwig doel wordt uitgewerkt. En wat meer is, we ontdekken dat God niet alleen geïnteresseerd is in het uitwerken van Zijn doelen in ons, maar ons een rijker gevoel van Zijn aanwezigheid geeft. In God is er een balsem voor elke wonde, een troost voor elk verdriet en genezing voor elk hartzeer. Niets kalmeert de aanzwellende golven van verdriet, pijn en lijden als de stille omgang met God.
Mijn Vader en mijn God, vergeef me als ik in tijden van beproeving en nood troost zoek op de verkeerde plaatsen. U en U alleen bent in staat om in de diepste behoeften van mijn ziel te voorzien. Help me dat niet alleen als een mening te zien, maar als een overtuiging. In Jezus' Naam. Amen.