Varken redt geit

Vastenoverweging 37 – dinsdag 12 april 2022
Een video die viraal is gegaan, toont een babygeit die hard aan het trappelen is in een vijver. Een varken zwemt naar de geit en leidt die dan naar de kust, waar ze allebei in veiligheid klimmen. De video werd opgepikt door NBC's Today-show en het Nightly News-programma, evenals ABC's Good Morning America en Fox News. Je kan hem zelf even gaan bekijken door te klikken op deze link: https://youtu.be/g7WjrvG1GMk

Ondertussen weten we dat de zeer schattige video heel erg nep was. Hij werd opgenomen met de hulp van ongeveer 20 medewerkers, waaronder duikers, dierentrainers en veeartsen. De nieuwszenders die de video uitzonden, moesten zich na hun uitzendingen verontschuldigen. 

Een media-expert verklaarde hun gebrek aan controle op wat ze uitzonden zo: "Ik denk dat veel nieuwsredacties onder druk staan om mee te gaan op de golf van informatie-verzadiging. Dus een video wordt populair, gaat viraal en redacties willen meedrijven op die golf omdat ze het gevoel hebben dat ze daardoor relevant lijken. Ik weet het echter niet zeker."

Ik weet het ook niet zeker. Recent zijn en relevant zijn is niet hetzelfde. Omdat de menselijke natuur niet verandert, is waarheid nog steeds essentieel. Telt in die context misschien niet deze vaak geciteerde uitspraak: "Als je met God wilt opschieten, blijf dan van zijn troon af"?  Tijdens deze Goede Week illustreren meerdere gebeurtenissen de betekenis daarvan. Gisteren nog vertelden we hoe Jezus de tempel in Jeruzalem binnenging en er: "Allen verdreef die daar kochten en verkochten. Hij gooide de tafels van de geldwisselaars en de banken van degenen die duiven verkochten omver. 'Er staat geschreven:'Mijn huis zal een huis van gebed genoemd worden, maar jullie maken er een rovershol van'" (Matteüs 21:12-13). Omdat ze de tempel gebruikten om hun eigen (financiële) doelen te bevorderen in plaats van Gods Koninkrijk, verspeelden ze beide.
Weet je, er is een uitspraak van God tot koning Salomo in 2 Kronieken 7:14: "Indien mijn volk, dat bij mijn naam geroepen is, zich zal verootmoedigen en bidden en mijn aangezicht zal zoeken en zich van hun goddeloze wegen zal afkeren, dan zal ik van de hemel horen en hun zonden vergeven en hun land genezen." Dit gaat over geestelijke vernieuwing. En geestelijke vernieuwing begint bij Gods volk, bij ons die: "bij Mijn naam geroepen" zijn. God roept ons op om onszelf te vernederen, samen te bidden voor ontwaken, Zijn aangezicht hartstochtelijk te zoeken en ons van onze zonden af te keren in een toewijding aan heiligheid. Gisteren hebben we ons in deze reeks overdenkingen voor God vernederd en toegegeven dat hij koning van de wereld is en niet wij. We kozen ervoor om hem te tronen als Meester van ons leven, onze dagen en onze natie. De vraag was: “Zijn er vandaag geldwisselaars in uw tempel?”

Vandaag is het dinsdag. Op die dag in Jezus’ lijdensweek onderwees Jezus in gelijkenissen, waarschuwde het volk tegen de Farizeeën en voorspelde de verwoesting van de Tempel. En ik denk dat het in dat kader goed is om nog eens terug te kijken naar het begrip ‘vasten’. En misschien toch nog iets toe te voegen aan wat we er de voorbij weken al over gezegd en geschreven hebben. Want eigenlijk is het vastenprincipe iets dat de afgelopen jaren mijn kijk op het christen zijn toch wel heeft veranderd en me heeft geholpen om in een vaster geestelijk ‘ritme van geven en liefhebben’ te komen en de genade die van Jezus Christus komt beter te zien en te gedenken.


Wanneer we meer op geloof gebaseerde dingen doen en ons elk jaar tijdens dit seizoen iets ontzeggen van wat we dènken dat we nodig hebben, dat we dènken dat het een behoefte van ons is, dan helpt het me om diegenen te gedenken die ongewild zonder die dingen zijn. Ik denk dan heel concreet natuurlijk aan de slachtoffers van de oorlog in Oekraïne of aan de slachtoffers van de overstromingen in Wallonië. Als je je daarbij realiseert dat er geen behoefte groter is dan de menselijke behoefte aan Jezus Christus, hoe moeten we daar dan mee omgaan? Betekent dit dat we de vastentijd ook als gemeente moeten invoeren? Neen. Ik denk dat het voor elke christen een persoonlijke en individuele beslissing is of we ervoor kiezen om dit seizoen te ‘vieren’ of niet. Ik moedig mensen die er vragen over hebben wel aan om regelmatige spirituele ritmes in hun leven op te nemen tijdens dewelke ze dingen doen die Jezus Zijn volgelingen aanmoedigt om te doen. Zoals… bidden en vasten.
Onze kerk bijvoorbeeld viert de vastentijd niet officieel. Maar ik hoop dat iedereen in onze kerk ziet dat hij of zij de individuele vrijheid in Christus heeft om het wel of niet te doen. Als iemand de vastentijd wil vieren, is dat een gelegenheid om het soort dingen te doen waarvan God zegt dat ze altijd goed zijn; zoals: lezen uit Gods Woord, tijd doorbrengen in gebed en dingen uit ons leven verwijderen die verhoudingsgewijs te veel van hun tijd en aandacht hebben in beslag genomen.


Het hangt er echt van af hoe je de veertigdagentijd benadert. Met andere woorden, het komt echt neer op wat je dènkt dat het doet en niet doet. Als iemand niet de gewoonte had om Gods Woord te lezen, regelmatig te bidden, zich te concentreren op het Evangelie en bewuster na te denken over zijn leven, kan de veertigdagentijd hem/haar daarbij dan helpen? Zeker wel. Dat is iets moois. En als dat is wat het voor mensen doet, prijs ik God ervoor. 
Christenen die net beginnen met vasten, moeten zich bewust zijn van hun motieven om dit te doen, en moeten niet vergeten dat hoewel de vastentijd heilzaam kàn zijn, het ook een tegengesteld effect kan hebben. Vergeet immers niet dat er in de Bijbel twee manieren zijn om Jezus te missen. Er is zonde aan de ene kant, maar er is ook eigengerechtigheid aan de andere kant. En eigengerechtigheid is dat pad dat mensen bewandelen waarbij ze denken dat ze dichter bij God komen door wat ze doen. Ze denken dat als ze goede dingen doen, God hen een goed mens zal noemen. Maar christenen moeten oppassen dat ze niet worden zoals de Farizeeën van de Bijbel, die in het Evangelie als vijanden, tenminste als tegenstanders van Christus worden gezien. Er zit hier een soort ironie waar we voor moeten oppassen. Er zijn mensen die aan de vastentijd meedoen, en terwijl ze het doen, worden ze zelfingenomener dan ze in het begin waren. En dat duwt hen eigenlijk verder weg van Jezus. Want in plaats van naar een plaats te komen waar ze dankbaar zijn voor het werk van Christus voor hen, zijn hun ogen niet gericht op Jezus, maar op zichzelf en alles wat ze hebben gedaan; denkend dat dit hen dichter bij de Heer heeft gebracht, maar zonder dat de Heer de eer krijgt.

Hoewel er geen specifieke Bijbelse oproep is om die 40 dagen tussen Aswoensdag en de Opstanding te eren, denk ik dat het in de loop van de eeuwen daar naartoe geëvolueerd is omdat mensen het gevoel hadden dat er een behoefte in hun ziel was om iets te doen; een verlangen om naar een ander niveau van toewijding te stijgen, door een tijd van vasten en gebed en aandacht voor de Heer in te passen in hun leven vanwege alles wat Hij voor ons heeft gedaan. Want om in deze tijd onze aandacht te richten op Zijn offer, dood en opstanding is een kleine prijs voor wat Hij voor ons heeft gedaan; ook al is deze vastentijd dan niet letterlijk aangegeven in de H. Schrift. Maar ik denk wel dat een tijd van bidden en vasten onze ziel en ons perspectief kan veranderen. En alles wat we doen om gewoon nee te zeggen tegen onze eigen trots en egoïsme, en naar de Heiland te kijken, zorgt ervoor dat de Heer ons meer op Christus laat lijken.