Afl. 057 - Een beetje ambassadeur

Waarom verlaat een meubelverkoper zijn land om in België over het evangelie te komen spreken ? En hoe houdt hij dat veertig jaar lang voor ? Met deze vragen trokken wij naar Johan Lukasse, die na een lange en boeiende loopbaan op pensioen gaat, en daarmee afscheid neemt van de Belgische Evangelische Zending. In 1960 liet hij zijn werk in het Nederlandse Vlissingen achter, en vertrok hij vol enthousiasme met zijn vrouw naar Brussel. In de loop van de jaren is er veel veranderd, maar het vuur brandt nog even fel als vroeger. Als eerste vroegen wij hoe het gekomen is, dat het geloof zo'n belangrijke rol is gaan spelen in zijn leven.

De volledige tekst van de uitzending van 29/05/2002

Goedenavond luisteraar, welkom bij deze uitzending van ERTS, de Evangelische Radio & Televisie Stichting. ERTS zendt uit op de eerste en derde - en zoals vandaag vijfde - woensdag van de maand. Vandaag spreken we met Johan Lukasse uit Brussel, die terugblikt op 40 jaar verkondiging van het evangelie in Vlaanderen.

Waarom verlaat een meubelverkoper zijn land om in België over het evangelie te komen spreken? En hoe houdt hij dat veertig jaar lang vol? Met deze vragen trokken wij naar Johan Lukasse, die na een lange en boeiende loopbaan op pensioen gaat, en daarmee afscheid neemt van de Belgische Evangelische Zending. In 1960 liet hij zijn werk in het Nederlandse Vlissingen achter, en vertrok hij vol enthousiasme met zijn vrouw naar Brussel. In de loop van de jaren is er veel veranderd, maar het vuur brandt nog even fel als vroeger. Als eerste vroegen wij hoe het gekomen is, dat het geloof zo'n belangrijke rol is gaan spelen in zijn leven.

Dat is eigenlijk een heel boeiend verhaal mijn vrouw en ik, wij zijn tot bekering gekomen, mijn vrouw uit een totaal ongelovig gezin, ze had de kerk nooit aan de binnen kant gezien tot ze zestien jaar oud was. Ze is nooit in een katholieke, protestante niet in de evangelische kerk helemaal niks geweest.
Ik ben uit een traditioneel nominaal christelijk gezin gekomen, maar ik zag zoveel schijnheiligheid daarom wou ik van het geloof helemaal niets weten, dus ik heb geweldig gerebelleerd tegen het christendom in zijn totaliteit, dus ook zo een beetje in de richting waar mijn ouders in zaten ik moest dat allemaal niet hebben. Ik heb eigenlijk alles overboord gegooid, en dan heb ik mijn vrouw ontmoet, maar die was vol vuur en vlam voor de Heer Jezus geworden. En die zegt tegen mij, ik hou van de Heer Jezus en dat was een pijl in mijn hart, en ik wilde argumenteren tegen Jezus maar ze zegt ik hou van Hem. En daar is niet veel tegen te argumenteren als iemand dat zegt, en zo ben ik eigenlijk gaan na denken en heb de Bijbel gekocht en ben ik beginnen lezen en zoeken en vragen en zo ben ik tot geloof gekomen. En dan zijn we later getrouwd en zijn we heel actief geworden in een jeugd beweging die zich noemt: “Jeugd voor Christus” wij waren een getrouwd echtpaar. Andere waren niet getrouwd en ons huis werd het centrum ervan, en de andere kwamen bij ons binnen vallen alle uren van de week en de dag, en op vrijdag en op zaterdag waren er bijzondere bijeenkomsten voor jongeren. We zongen veel en lazen de Bijbel we begrepen niet alles en probeerde maar te verstaan wat er stond en we vertrouwden op God dat Hij ons niet op dwaalwegen zou laten gaan en zo zijn we eigenlijk maar voort gegaan. Toen ben ik in contact gekomen met een leraar die onderwijs gaf in Brussel op een Brussels Bijbel instituut.En ik woonde mijn vrouw samen in Vlissingen in Nederland. Dan heb ik hem gevraagd wil je niet eens op het eind van de week bij ons langs komen of eens per maand om ons een beetje onderwijs te geven, het zou anders helemaal verkeerd gaan. Die man woonde in Nederland maar was een Amerikaan gaf les in Brussel was een bijzondere man vol van Gods Geest en ik heb weinig mensen ontmoet in mijn leven die zo vol waren van Gods Geest, dat was opmerkelijk.
En die kwam één keer per maand op vrijdag een degelijke goede uitleg van de Bijbel geven.
Maar die bracht ook iedere keer rapporten mee over de geestelijke situatie van Vlaanderen en dat veel mensen naar de kerk gingen maar dat het eigenlijk meer de buitenkant was dan de binnenkant. En daar was een grote geestelijke nood aanwezig en dat heeft mij geweldig aangesproken. Toen ben ik naar Brussel wezen rijden om zelf eens met mijn eigen ogen te kunnen zien. Dan is er geweldige verlangen in mijn hart ontstaan om andere mensen te helpen om die rijkdom die ik had, te delen met de mensen'

En zo bent u dan een missionaris geworden?

Ja, als u dat woord wilt gebruiken, zo heb ik me ook altijd beschouwd. Het woord missionaris kan je ook vertalen als van God gezonden, een zendeling, een apostel het zijn allemaal zware woorden die soms mis verstaan worden maar toch heeft de Heer Jezus gezegd in het evangelie van Johannes zo als de Vader Mij gezonden heeft, zo zend Ik ook u, en dat betekent eigenlijk ook dat je, niet je eigen boodschap brengt maar wel de boodschap van je Zender. Het betekent ook dat je daar niet bent om mensen te behagen maar om je Zender te behagen het is zo'n beetje als een ambassadeur.
Ik heb voor mezelf nooit het woord missionaris gebruikt, dat komt soms ook verkeerd over als je met mensen praat van die weet het dan zeker beter als wij, en dat is natuurlijk niet de bedoeling, dat is niet de goede mentaliteit. Maar het feit is wel dat ik toch door Gods genade dingen heb mogen zien, het evangelie heb mogen leren kennen die andere mensen niet kennen en die ik hun graag wilde laten kennen. Dus in die zin is het dat je een gezondene bent met niet mijn boodschap maar wel de boodschap van de Here Jezus Christus.


Meneer Lukasse, u kwam in het begin van de jaren '60 naar België om over het geloof te spreken. Maar toen gingen de meeste mensen naar de kerk, en werd ons land als een goed christelijk land beschouwd. Waarom bent u dan naar hier gekomen?

Dat de mensen naar de kerk gingen in de 60 jaren, dat is in die tijd, dat er meer gingen dan dat het vandaag is. Maar veel van die mensen gingen puur uit traditie naar de kerk, veel van die mensen waar ik mee gesproken heb en ik heb met honderden gesproken over de jaren. Ik ben een man van het volk want ik spreek graag met mensen en met enkele uitzonderingen hier en daar kwam ik toch tot de ontdekking dat massa’s, massa’s van die mensen die uit traditie naar de kerk gingen. Het was als een culturele, sociaal engagement waardoor dat van generatie op generatie over ging zonder dat de mensen zich bewust waren dat ze een persoonlijke verantwoordelijkheid hadden tegenover God.
Terwijl als je het evangelie leest dan zie je dat het onze verantwoordelijkheid is maar tegelijkertijd ook een voorrecht is. Dat elke mens persoonlijk verantwoordelijk is tegen over God. En daar begon ik altijd mee, en heb ik geprobeerd de mensen laten na denken, en zei luister je moet niet blindelings volgen wat ze zeggen, hier is een Bijbel ik heb veel Bijbels weggegeven door de jaren heen. Lees dit nu maar eens begin maar in het evangelie. En lees dat nu eens je heb toch verstand van God gekregen, gebruik dat nu eens, wat staat daar nu, denk daar nu eens over na, en op die manier is dat gegaan.

Maar hoe deed u dat dan? Ging u gewoon met uw Bijbel de straat op?

We hebben allerlei activiteiten gedaan, teveel om op te noemen eigenlijk. In de jaren zestig deden we activiteiten met een tent die we op de markt neer zette, met muziek en groepen en allerlei dingen waar mensen naar toe kwamen en daar werd het evangelie verkondigd. Daar waren op zo’n avond allerlei attracties en ergens in het midden was er een prediking die ik of iemand anders verzorgde.
We hebben ook openluchtwerk gedaan, gebruikt makend van bepaalde gaven die de mensen hebben om iets uit te beelden in een spel of een theaterspel of zoiets en dan probeer je in contact te komen met de mensen. Ik heb ook jaren lang op de markt gestaan, gewoon maar een kraam op de markt en dat deed ik eigenlijk heel graag, gewoon tussen de marktkramers. Daar stond ik met mijn boeken en mijn Bijbels en een schetsbord erbij, en dan tekende ik wat op dat schetsbord. Dan kwamen er nieuwsgierige korter bij, en dan ontstonden er gespreken en dat was eigenlijk heel boeiend want dan ben je bij de mensen en dan ben je in een terrein waar zij zich thuis voelen. Op de markt midden in het leven en daar waren hele fijne gesprekken en dat was altijd niet gemakkelijk want je krijgt er ook tegenwerpingen en de mensen waren er op uit om twistgesprekken te houden maar dat heeft mij veel bekendheid gegeven want ik stond er elke week zoals de andere marktmannen. Dus zij erkende mij op de duur en ze wisten wie ik was de pasteur van de evangelische gemeente weet je wel. Dat is wel een werk van lange adem, maar op de duur kenden die mensen je en word je vertrouwd en zo bouw je een stukje relatie op"

Maar is de markt nu wel de juiste plaats om over het geloof te spreken?
 
Ik denk daar waar mensen zijn, daar is het een geschikte plaats om over het geloof te spreken. Ik zal je vertellen hoe ik er overgekomen ben om op de markt te gaan staan! Ik had een klein clubje gelovigen van ongeveer een twintigtal mensen en op zondag morgent kwamen wij bijéén en dan predikte ik voor die twintig mensen maar op de markt kwamen twintigduizend mensen op donderdag voormiddag. Toen ik mijn Bijbel nog eens las toen zag ik dat Jezus Christus meer predikte op de markt en op de straat, dan in de tempel. Ik heb twee motieven, het eerste was, ik wil graag op Jezus lijken en het tweede motief was er komen meer mensen bij mij in de kerk.

Kijkt u terug op een geslaagde carrière?

Ik vind het woord 'carrière eigenlijk niet het ideale woord. God heeft mij een opdracht gegeven en mijn vrouw en ik hebben geprobeerd die opdracht te vervullen, wij zijn erin geslaagd, wij zijn er niet in geslaagd, je weet hoe dat gaat. Ik had dat anders moeten doen, of had dat anders moeten doen, ik had dat beter kunnen doen. Je hebt zo gemende gevoelens maar het algemene beeld is toch heel positief'

U gaat nu met pensioen, maar u houdt nog heel wat bezigheden over. Moet ik daaruit concluderen dat het werk van een evangelist nooit ophoudt?

Dat is absoluut waar, het werk van een evangelist stopt nooit. Het is mijn gebed dat God mij een goede gezondheid zal geven en helderheid van geest en ik wil wel tot mijn laatste ademtocht vertellen dat God goed is. En dat er voor Hem geen hopenloze gevallen bestaan er is geen probleem dat God niet tot een oplossing kan brengen. Er is nooit paniek in de hemel, paniek is er bij ons. En dat is zo’n fantastische boodschap, ik kan er niet over zwijgen. En dat is gewoon waar mijn hart is, dat is niet alleen mijn verstand maar dat is ook mijn hart, dat is mijn hele wezen. En deze afgelopen veertig jaar heb ik zoveel mogen beleven van Gods trouw en ervaring in mijn eigen leven, ik heb het ook zien functioneren in andere levens. Dan kunnen zeggen aan de mensen daar is de rijkdom daar is het antwoord of je daar nu evangelist voor moet zijn dat weet ik niet maar in ieder geval ik zal er ook niet over zwijgen.