Wierook, wijwater en worstenbrood

Vastenoverweging 12 – dinsdag 15 maart 2022

Ja, er was eens - o.a. nog in de jaren ’50 van de vorige eeuw - een vastentijd die anders was dan die van vandaag. Er eens naar terugkijken, kan wel deugd doen voor degenen die het meemaakten. En voor de anderen kan het een eyeopener zijn, misschien om nog eens te kunnen glimlachen met ‘die simpele mensen van toen’, of misschien toch met wat meer respect voor een andere cultuur, tijdsmoment of misschien zelfs voor mensen die consequenter waren – bijvoorbeeld bij hun vasten - dan wij vandaag gewoon zijn. Dus hier volgt, gewoon een vertelling, over toen, onder de titel: Wierook, wijwater en worstenbrood

Natuurlijk kocht ons moeder thuis tijdens de vasten geen zoete lekkernijen. Maar soms viel er toch weleens iets uit de lucht, bij de bakker bijvoorbeeld, als we een brood gingen kopen, en de bakkerin ons toch een snoepje meegaf. Terwijl het water ons bij wijze van spreken uit de mond liep, namen we het lekkers mee naar huis, waar elk kind zijn of haar ‘snoepdoos’ op een veilige plek bewaarde. Koekjes en snoepjes, alles werd door elkaar erin gestopt. Je kan je voorstellen hoeveel zelfbeheersing dat van zo’n kind vroeg. Maar ’t was van moeten!
In die periode van het jaar was het ook voor de hand liggend, zeker toen we al naar ‘de grote school’ mochten gaan, dat we zo vaak mogelijk naar de mis gingen. Op zondag was er een feestmaaltijd: worstenbrood, al dan niet met mosterd. En in die namiddag om 15u naar het lof. Destijds heb ik nooit geweten wat dat woord betekende, nu denk ik dat het een afgeleide is van ‘Lofprijzing’. Gelukkig duurde dat lof niet zolang, een half uurtje of zo. En dan heb ik het nog niet over de verplichte wekelijkse zaterdag-biecht.
Op de vierde zondag na Aswoensdag was het Halfvasten.  Thuis mocht die snoepdoos dan worden aangesproken. Wie er zuurtjes in had gestopt, kon er donder op zeggen dat ze waren aaneengeplakt met de chocolaatjes en koekjes. Maar het gaf een goed gevoel de bodem van het trommeltje in zicht te krijgen. ’s Avonds ging het deksel weer erop, want er volgden nog drie weken van nieuwe vasten, terend op de geestelijke energie die we die halfvastenzondag hadden opgedaan.

Politiemensen en sommige ambtenaren hoefden niet te vasten, omdat ze nachtdienst hadden. Ze hoefden wel geen zwaar werk te doen, in tegenstelling tot een boer die in het voorjaar hele dagen achter de ploeg door de losse grond ploeterde, maar die wel moest vasten. Maar ook metselaars, stratenmakers, gevangenisbewaarder en veldwachters vielen in deze beschermde categorie. Verder kregen ook vrouwen die in verwachting waren of die zelf hun kind voedden en dienstmeisjes die toevallig bij een niet-katholieke familie werkten, dispensatie”. Tot daar ons verslag vanuit het leven van toen.

Eigenlijk zijn die snoepdozen, officieel ‘Vastentrommeltje’ geheten, een sprekend voorbeeld van de scheve relatie die er toen bestond tussen geloven en de godsdienstpraktijk. "Offers" en "offertjes brengen" waren toen blijkbaar erg belangrijk in het geloof. Mijn ouders drukten met hun deelname aan het "rijke Roomse leven” een stempel op het gezin. Opgelet, niet dat dat allemaal zo slecht was, er werden door deze en andere gewoonten ook dingen onder-wezen die me later hebben geholpen om de weg naar Jezus terug te vinden. En je moet je ook realiseren dat 85 procent van alle huidige 60-plussers hier in Vlaanderen dagelijks met dat katholicisme te maken had. Van internaten, school, het verenigingsleven tot en met het seksleven van de ouders: het is onlosmakelijk verbonden met het DNA van Vlaanderen. Katholiek zijn, was toen net zo gewoon als rechts rijden in het verkeer.
Ook de menu’s die op tafel gebracht werden waren bijzonder. Ik wil je één receptje aanbieden, misschien om straks of morgen eens te proberen?

De gezondste appelmoes die er is!

Appelmoes is net als erwtensoep en kruidkoek een overblijfsel uit middeleeuwse vastentijden. Het gerecht is altijd populair geweest, er zijn dan ook veel recepten van overgeleverd in alle talen, waaronder enkele heel bijzondere variaties op het thema ‘appelmoes’.
Hieronder staat zo’n bijzonder recept, appelmoes met … vissenlever! De titel van het recept is “appelmoes in de vastene”, het gerecht is dus speciaal voor tijdens de grote vastentijd waarover we het hier hebben. In die periode was het nuttigen van vlees en zuivelproducten verboden. Dit had natuurlijk grote gevolgen voor de dagelijkse maaltijd.
Maar om bij dit recept te blijven: voedingstechnisch gezien is dit gerecht zó gezond dat het griezelig is. Er worden zure appels gebruikt, er is géén suiker toegevoegd, maar wel vissenlever die bol staat van de tegenwoordig zo geroemde omega-3 vetzuren. Laat je niet afschrikken door het idee van vis in de appelmoes, de vissmaak is heel subtiel. Laat je tafelgenoten eerst proeven van de appelmoes zonder te vertellen wat erin zit, zodat ze een onbevooroordeelde mening kunnen geven.

Appelmoes in de vastene.
Neemt appel, gepelt ende ghesneden in sticken. Doetse in eenen pot ende neemt die leuere van cabbelyauwe van schelvissche ende doetse metten appelen zieden, ende huutsse wel dickent. Ende wrijft soffraen cleene, dan stampet daer in ende tempert met amandelen melke. Ende alst bereet es dan pouderet ende doet in platteelen ende strooyter cruut bouen vp
Appelmoes in de vastentijd.
Neem appels, geschild en in stukken gesneden. Doe ze in een pot, neem de lever van kabeljauw of schelvis en laat deze met de appels meekoken. Roeren. Wrijf de saffraan fijn. Meng die doorheen de amandelmelk. Kruid het [met de specerijen] als het klaar is, schep het op schotels en strooi er specerijen bovenop.